Close

Not a member yet? Register now and get started.

lock and key

Sign in to your account.

Account Login

Forgot your password?

Historie tot 17 december 2011

De Volharding: het verhaal van een molen (door molenaar Jan Scheirs)

Toen in 1850 de molen gebouwd werd die later “De Volharding” zou gaan heten, draaiden er in het dorp Best en in de naaste omgeving al verschillende andere windmolens. Dat waren nagenoeg allemaal molens van het middeleeuwse type, zogenaamde standerdmolens. Bij standerdmolens, die volledig van hout zijn, is het draaiende werk met de molenstenen ondergebracht in de kast van de molen, die in zijn geheel naar de wind kan worden gekeerd. De nieuwe molen was van een moderner type: alleen de kap kon naar de wind worden gedraaid, de romp was van baksteen en doordat er een galerij rond de molen werd aangebracht (op 7 meter boven het maaiveld), kon de molen ook hoger worden. Dat had allerlei voordelen. Er was meer werk- en opslagruimte in de molen, door de grote inrijdeuren op de begane grond kon nu een paard met kar tot onder in de molen rijden, en door de grotere hoogte had de molen minder last van windbelemmering.

Top1884

Molen in 1936

In 1884 brandde de molen ten gevolge van blikseminslag volledig uit. In het zuiden van het land werd er in die periode nog volop met windkracht gemalen, maar in het westen en het noorden van het land werden molens al vaak afgedankt en vervangen door stoommachines. Zodoende kon men in Best voor het herstel een tweedehands molen aankopen, een voormalige poldermolen, waarschijnlijk uit de omgeving van Delft. Van die molen werden vele houten balken gebruikt om de zolders van de molen in Best te herstellen, en waarschijnlijk werden ook de kap, de staart en wieken en een aantal houten kamwielen hergebruikt. De balken uit die voormalige poldermolen zijn nog steeds in de Volharding te bewonderen en uit jaarringenonderzoek weten we dat ze uit 1763 dateren.

 

 

 

1904

Molen in oorlogstijds

In 1904 besloot de toenmalige mulder, net zoals de meesten van zijn collega’s in die tijd, om een stoommachine bij de molen te plaatsen, om daarmee niet langer afhankelijk te zijn van de wind. Later volgden ook nog andere typen motoren, zoals een petroleum- en een dieselmotor, om de aandrijfkracht voor de molenstenen te leveren. De wieken bleven meer en meer ongebruikt, en toen daar ook nog een technisch mankement bijkwam, werd het windbedrijf in 1936 gestaakt.

In 1938 werd de molen vervolgens onttakeld (d.w.z. van kap en wieken ontdaan). In de molen werden tot in de jaren zestig nog wel, zij het dan niet meer met natuurkracht, granen voor veevoer gemalen. Daarna volgde een periode van stilstand, gebruik als onderdeel van een horeca en groeiende onzekerheid over het al dan niet blijven voortbestaan en de toekomstige functie van de molenromp. Toch werd er in 1991 een nieuwe galerij of stelling rondom de molen aangebracht. Tot restauratie en reconstructie kwam het echter niet. Eigenaarswisselingen en een gebrek aan politieke eensgezindheid hielden de boel op.

 

2009-2011

Werkplaats John de Jongh in Oerle

In de jaren 2009 – 2011, de gemeente was inmiddels eigenaar, volgde dan uiteindelijk toch, en voor velen onverwacht, de volledige completering en ook het inwendig herstel van de molen.Die completering tot molen draagt een sterk regionaal-Brabants karakter. Het molentechnische werk  is immers uitgevoerd door de molenmakersfirma De Jongh uit Veldhoven/Oerle, terwijl het ontwerp voor de nieuwe kap en wielen (naar de vermoede oorspronkelijke toestand) is gemaakt door molendeskundige Nico Jurgens, die in Hoorn kantoor houdt maar afkomstig is uit de omgeving van Eindhoven. De molenmakerij is een zeldzaam ambacht, maar nog zeldzamer is het vak van molensteenmaker. Er zijn nog maar drie fabriekjes van (kunst)molenstenen in West-Europa, en twee daarvan staan in Nederland. Eén van die twee is molensteenmakerij H. van Vugt & zoon uit Best. Van Vugt heeft ook een koppel nieuwe molenstenen voor De Volharding geleverd.

 

 

 

Gerard van Baardwijk

Gerard van Baardwijk

Ook mogen de persoon en de inspanningen van Gerard van Baardwijk, vrijwillig molenaar op de molen van Vessem en inwoner van Best, niet vergeten worden. Gerard heeft zich in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw op alle fronten sterk gemaakt voor het herstel van de molen in zijn woonplaats en er gegevens over verzameld. Helaas heeft hij door zijn overlijden in 2008 de realisatie van het werk niet meer mogen meemaken. En tenslotte is ook de nieuwe mulder, of moeten we zeggen mulderin, die na de completering op De Volharding zal aantreden uit Best zelf afkomstig: Anja de Brouwer.

 

 

17 december 2011, officiële opening

Zo heeft Best er in 2011 een historisch monument van belang bij gekregen. Weliswaar is veel van de molen nieuw gemaakt moeten worden, maar er zijn ook waardevolle historische elementen behouden gebleven. De reconstructie is doordacht en zorgvuldig uitgevoerd, zodat de molen er nu inwendig uitziet zoals dat waarschijnlijk ook aan het eind van de 19de eeuw het geval was. De molen, die een volwassen hoogte heeft maar in relatie tot andere molens in de streek slank van lijn is, heeft twee koppels molenstenen. Een daarvan is nog het oorspronkelijke koppel, vervaardigd uit natuursteen (basaltlava), dat vanaf 1936 tot nu toe ongebruikt in de molen heeft gelegen. De stalen roeden (wieken) hebben een lengte van 25,50 meter van top tot top. Deze roeden hebben aan de ene zijde een latwerk waarop de molenzeilen kunnen worden uitgespreid, en aan de andere zijde een zogenaamde “stroomlijnneus”. Dat is een bekleding van het voor de roede uitstekende smalle deel met een profiel dat aan de voorkant hol en aan de achterkant bol is, en dat is gemaakt van aluminium (vroeger gegalvaniseerd plaatijzer). Deze wiekverbetering is in 1936 uitgevonden door molentechnicus Chris van Bussel uit Weert, met als doel om meer energie aan de wind te kunnen onttrekken. Van Bussel was ook de man die de molen in Best in 1938 liet onttakelen en de nog bruikbare onderdelen kocht. Hoewel de stroomlijnneuzen pas in 2011 zijn aangebracht, kunnen we er dus zeker van zijn dat als De Volharding 73 jaar geleden niet zou zijn onttakeld maar hersteld, dat hij dan ook deze wiekverbetering zou hebben gekregen.

Dat molen De Volharding maar veel mag draaien en malen en als levend monument na driekwart eeuw weer een belangrijke plaats mag gaan innemen in de Bestse gemeenschap. Zoals vroeger.